Wat is het Kort Geding (Spoed Procedure)
Het kort geding is een procedure die als doel heeft om een voorlopige ordemaatregel, voorzieningen, geldsom, schadevergoeding, dwangsom of een actie te vorderen. Een kort geding verloopt relatief snel, kan op korte termijn ingesteld worden en levert op korte termijn (binnen 2 maanden) een executoriale titel (vonnis) op. Een kort geding wordt aangespannen op bijna alle rechtsgebieden. Het kort geding is geregeld in de art. 254 t/m 259 Rv. In een ontruiming kort geding (huurrecht) vorderen wij de ontruiming voor u in het geval dat u de woning met spoed terug moet hebben wegens ondeugdelijke huurder, woonfraude, illegale onderverhuur, kamerverhuur, meer dan 3 maanden huurachterstand, burenoverlast of misbruik van het gehuurde, ook als de huurovereenkomst niet opgezegd is of niet ontbonden is maar wel sterke redenen ervan zijn. Wij kunnen ook een kort geding aanspannen voor u als huurder wanneer tegen u onrechtmatige ontruiming wordt gevorderd of wanneer is ernstige onderhoudsgebreken zijn.
Doelstelling van het kort geding
Het kort geding is een procedure die als doel heeft om een voorlopige ordemaatregel of voorzieningen te vorderen. Een kort geding verloopt relatief snel, kan op korte termijn ingesteld worden en levert op korte termijn een executoriale titel (vonnis) op. Omdat het vonnis in kort geding het karakter heeft van een voorlopige ordemaatregel, heeft deze geen gezag van gewijsde (als bedoeld in art. 236 Rv). Dat komt door art. 257 Rv:
“De beslissingen bij voorraad brengen geen nadeel toe aan de zaak ten principale.”
Geen gezag van gewijsde betekent, concreet gezegd, dat de uitspraak geen bindende kracht heeft tussen partijen in andere procedures. Bij de beoordeling of een zaak geschikt is voor kort geding is een aantal dingen van belang: De uitspraak gaat overigens wel in kracht van gewijsde, net zoals iedere andere uitspraak, op het moment dat je geen rechtsmiddel meer kunt instellen zoals hoger beroep of cassatie. Dat betekent dat normaal gesproken iedere uitspraak van de rechter die in kracht van gewijsde gaat, het gezag van gewijsde heeft vanwege art. 236 Rv, tenzij het een uitspraak in kort geding betreft. Al met al biedt een uitspraak in kort geding van de voorzieningenrechter dus minder zekerheid. En bovendien zal er niet in alle gevallen tot de bodem over zijn nagedacht vanwege de spoed.
Kort Geding helpt:
- In huurgeschillen een ontruiming te vorderen of te voorkomen
- In huurgeschillen de onderhoud af te dwingen onder last van dwangsom
- Wanneer er sprake is van illegale onderverhuur of woonfraude
- Wanneer er sprake is van 3+ maanden achterstand in huurbetaling
- Wanneer is sprake is van tekortschieten of dwaling door huurder of verhuurder
- Wanneer er sprake is van burenoverlast of veiligheidsrisico
- Wanneer er sprake is van anonime wonen of kamerverhuur zonder vergunning
- Wanneer het gehuurde wordt een andere bestemming gegeven
- In Incassozaken het geld te vorderen welk onbetwist of concreet is
- In civiele geschillen een actie te gebieden of te verbieden op straffe van de dwangsom
- In zaken van scholen, clubs, banken, verzekeringen, gemeenten, verenigingen,
- Om organisaties en Leasemaatschappijen te stoppen met een schadelijke handeling
- Lease, finaciering en hypothecaire banken te stoppen met schadelijke acties en executie
- Incassobureau's en deurwaarders te stoppen met onrechtmatige en schadelijke handelingen
- Onrechtmatige Executieverkoop of beslaglegging te voorkomen of uitstellen
- Winkels, providers (evergie) leveranciers te verbieden met stoppen van leverantie
- Organisaties zoals BKR te stoppen met schadelijke negatieve registratie
- Organisaties en banken zoals PayPal af te dwingen om ingehouden gelden los te laten
- om mensen en bedrijfen af te dwingen om mee te werken wegens wettelijke verplichting
Vereisten voor een kort geding
Uit art. 254 lid 1 Rv volgt dat niet iedere zaak zich leent voor behandeling in kort geding: “In alle spoedeisende zaken waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist, is de voorzieningenrechter bevoegd deze te geven.” De criteria zijn:
- De zaak moet geschikt zijn om in kort geding te behandelen (art. 256 Rv). De zaak mag niet te ingewikkeld zijn. Vanwege het karakter van het kort geding als spoedeisende procedure die tot een voorlopige ordemaatregel leidt, leent het kort geding zich niet voor uitgebreid feitenonderzoek. Als de zaak te complex is zal de rechter deze daarom niet in kort geding behandelen.
- Er moet een spoedeisend belang zijn (art. 254 Rv) waardoor je niet kunt wachten op een reguliere zitting in een bodemzaak. Dit spoedeisend belang moet altijd worden onderbouwd door de eisende partij in de dagvaarding. De wederpartij kan dit proberen te betwisten.
Aard van de voorziening (art. 254 Rv): het gevorderde in kort geding moet een condemnatoir karakter hebben. Dat wil zeggen: het moet gaan om een veroordeling tot een geven, doen, of nalaten. Denk bijvoorbeeld aan een gebod, verbod, of vordering tot betaling (bijv. schadevergoeding, nakoming). In kort geding mag geen constitutief of declaratoir vonnis worden gewezen. Een constitutief vonnis schept een nieuwe rechtstoestand of heft een bestaande rechtstoestand op (bijv. ontbinding, vernietiting). Een declaratoir vonnis stelt een bepaalde rechtstoestand vast (dus in feite een verklaring voor recht). NB: als de feitelijke gevolgen van een condemnatoir vonnis onherstelbaar zijn, is dat op zich geen beletsel om toch in kort geding te worden behandeld!
Of een zaak geschikt is voor kort geding en of er een spoedeisend belang is, wordt door de rechter ambtshalve getoetst (art. 26 jo 254 jo 256 Rv). In de praktijk levert dit weinig problemen op omdat deze criteria ruim uitgelegd worden. Als de rechter van oordeel is dat er geen spoedeisend belang is, of dat de zaak niet geschikt is voor behandeling in kort geding, zal hij zich niet-ontvankelijk verklaren. De zaak moet dan in een bodemprocedure worden behandeld.
Aanvullende eisen bij geldvorderingen
- Het bestaan van de vordering moet voldoende aannemelijk zijn. Op het moment dat het bestaan van de vordering inhoudelijk betwist wordt door de wederpartij en dit standpunt aannemelijk wordt gemaakt, zal niet in kort geding geoordeeld worden. De zaak zal dan in beginsel doorverwezen worden naar de gewone rechter omdat er aanvullend feitenonderzoek nodig is.
- Er moet sprake zijn van spoedeisend belang. Bijvoorbeeld: het geld is noodzakelijk om bepaalde kosten te kunnen voldoen, of omdat er gegronde vrees bestaat dat de wederpartij op een later moment niet meer zal kunnen betalen.
- Het restitutierisico moet laag zijn. De rechter zal rekening moeten houden met de vraag of de eisende partij eventueel in staat zal zijn om het in kort geding ontvangen bedrag terug te betalen aan de wederpartij, mocht in de bodemprocedure zijn vordering alsnog afgewezen worden. Als de eisende partij bijv. in financiële moeilijkheden zit, kan dat een reden zijn om de voorziening in kort geding af te wijzen. De rechter maakt steeds een belangenafweging.
Is het bewijsrecht van toepassing in kort geding?
Het antwoord is nee. Dit volgt uit het arrest Coskun / Van Sommeren. De reguliere bewijsregels zijn niet verplicht van toepassing. De eiser moet zijn stellingen simpelweg voldoende aannemelijk maken. Het kort geding richt zich steeds op de waarschijnlijke uitkomst van een bodemprocedure. Er zal dus voldoende aannemelijk moet worden gemaakt dat de in de bodemzaak in te stellen vordering zal worden toegewezen. Wel geldt ook in kort geding, net zoals in een bodemprocedure, dat de rechter gebonden is aan de stellingen van partijen (artt. 24 en 25 Rv) en dat hij de feiten niet zelf mag aanvullen. Ook geldt uiteraard art. 19 Rv.
Verloop van een kort geding
Binnen een week kan een kort geding worden aangespannen met een datum van mondelinge behandelinge binnen 6 weken. Uitstel is in een kort geding niet mogelijk waarmee veel tijd kan worden bespaard omdat in normale procedures (bodemprocedure) vragen partijen maanden uitstellen welke tot 2 maal bij iedere rechthandeling ambtshalve worden toegewezen. Deze vertraging wordt in een kort geding voorkomen. De rechter is daarnaast niet belast om feitenonderzoek te doen en bewijzen te gaan bestuderen. Dit bespaart veel tijd. De uitspraak komt ook binnen 2 weken en dat bespaart ook maanden de tijd. De partijen moeten noodzakelijk verschijnen dat niet altijd het geval in normale procedure is. De termijnen voor de dagvaarding en conclusies zijn veel korter. Gedaagde partij kan ook mondeling de zaak veweren (en ook leugens verzienen, omdat feitenonderzoek wordt niet gedaan). Na de zaak uitgesproken is kan een partij of in hoger beroep gaan of een bodemprocedure, dus normale procedure beginnen waarin een difinieve uitspraak kan komen.
Kosten kort geding
De juridische kosten van een Kort Geding bij Juridisch Centrum zijn vast en transparant. U betaalt Eur 3.000 aan onze Juridische Kosten voor de hele procedure. De kosten van derdepartijen zoals griffierecht, deurwaarderskosten en eventuele proceskosten zijn voor uw rekening.
Bij Juridisch Centrum staan wij klaar om u bij te staan in dergelijke juridische geschillen. De Gratis 1/2 uur intake (intake betekent uw zaak bespreken maar is géén Juridisch Advies) kan meteen beginnen op onze 24x7 Live Chat.
Juridisch Centrum | Tel. 088 888 9000, 088 888 9009 |
-----------------------------------------------------------------------------------------
*Aan de informatie van deze website kunnen geen rechten worden ontleend